Het bevorderen van gezond bewegingsgedrag en verhogen van het welzijn van de werknemer staat op de voorgrond. Daarbij ligt de focus niet op de beperkingen van de werknemer maar wordt vooral de nadruk gelegd op de mogelijkheden. Ook is veel aandacht voor het voorkomen van klachten, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.

“gezond bewegen kun je leren”………

Begrijpen, voelen en doen

De grondlegster van de methode, Bess Mensendieck, stond de volgende werkwijze voor: eerst begrijpen, daarna zelf voelen en doen (ervaren) en vervolgens volhouden. Dit principe wordt in alle interventies gehanteerd. Immers: gezond bewegingsgedrag begint bij het begrijpen van wat je doet en hoe dat beter kan. De werknemers worden door deze aanpak bewust gemaakt van de reactie van het lichaam op bijvoorbeeld pijn, belasting en spanningen en hoe dit van invloed kan zijn op hun handelingen en manier van werken.

Verantwoordelijkheidsgevoel

De interventies zijn zodanig van opzet dat werknemers worden gestimuleerd om mee te denken en actief op zoek te gaan naar oplossingen. Dit stimuleert het eigen verantwoordelijkheidsgevoel in het proces van gezond werken. Daarnaast wordt er veel geoefend, de nadruk ligt namelijk op het doen en volhouden. Pas dan kan er sprake zijn van gedragsverandering. Uit onderzoek blijkt dat interventies die rekening houden met de gedragsveranderingsfase van de doelgroep meer effectief is dan standaard interventies of ergonomische interventies. Daarnaast is een persoonlijke, individuele begeleiding meer effectief dan in groepsverband.